Over ons
Geschiedenis van de Hortus Botanicus Haren
De Hortus Botanicus Haren is één van de grootste en oudste botanische tuinen van Nederland. Met ruim 14 hectaren aan tuinen is er voor jong en oud veel te ontdekken. Zo kan je in Hortus Haren onder andere de volgende unieke tuinen vinden:
- De unieke Chinese ming-tuin: Buiten China is een dergelijke tuin alleen nog te vinden in Canada en Australië.
- Laarmantuin: Hier groeien veel met uitsterven bedreigde planten en bomen. De Laarmantuin is opgedeeld in een pinetum, een arboretum, een heidegebied en een weidegebied. De Laarmantuin is opgenomen in de Nationale Plantencollectie en is een cultureel historisch monument;
- De Hondsrugtuin, welke deel uit maakt van de “Hondsrug Unesco Global Geopark”;
Verder kan je heerlijk wandelen door onder andere de grote vlinder- en bijentuin en ook kinderen kunnen de tuinen ontdekken aan de hand van verschillende speurtochten.
De Hortus Botanicus Haren is niet alleen een van de oudste en grootste botanische tuinen van Nederland, maar ook een plek met een rijke wetenschappelijke en maatschappelijke geschiedenis. Oorspronkelijk maakte de Hortus deel uit van de Rijksuniversiteit Groningen (RUG) en speelde zij tot in de jaren ’80 een belangrijke rol in het onderwijs en onderzoek, met name op het gebied van plantensystematiek.
Door landelijke herstructurering binnen het universitaire landschap werd de wetenschappelijke functie van de Hortus teruggeschroefd. Om het groene erfgoed te behouden, werd in 2002 de Stichting Behoud Groene Hortus (SBGH) opgericht. Deze stichting kreeg het beheer over de tuin en heeft als doel de natuurlijke, natuurhistorische en cultuurhistorische waarden van de Hortus te behouden. Vanaf 2012 is de Hortus financieel zelfstandig. In 2022 droeg de RUG het eigendom van de grond en gebouwen over aan de Gemeente Groningen, die zich ermee committeert om de Hortus als Groene Hotspot te behouden.
Vandaag de dag draait de Hortus op een kleine, toegewijde kern van vaste medewerkers en een grote groep enthousiaste vrijwilligers. Daarnaast ontvangt de stichting steun van de Vriendenvereniging en van donateurs die de Hortus een warm hart toedragen.

17de eeuw
Apotheker Henricus Munting vestigde zich na vele jaren reizen door Europa in 1626 in Groningen. Achter zijn huis in de Rozenstraat legde hij een tuin aan met vele gewassen.
De tuin stond al snel goed aangeschreven, mede omdat Muntings vrienden hem planten zonden uit heel Europa. In 1642 bood de apotheker de tuin aan de Staten van Stad en Lande aan. Op deze manier kon de tuin in stand worden gehouden voor de Academie en de inwoners van Groningen.
Lees meer
De Universiteit kreeg toen een plantentuin. Munting werd benoemd tot provinciaal botanicus met een leeropdracht. De eerste catalogus van de tuin werd in 1646 uitgegeven en bevatte namen van planten uit alle werelddelen. In 1654 werd Munting, hij was toen 71 jaar oud, hoogleraar in de botanie. Hij werd daarmee de eerste hoogleraar speciaal voor de plantkunde in de Republiek der Verenigde Nederlanden.
Het bleek moeilijk alle planten – vooral die uit warmere streken – in leven te houden. De Staten stelden daarom in 1656 het bedrag van 1200 gulden beschikbaar voor een reconditorium. Dit is een verwarmde kas, ook wel een orangerie genoemd. In de kas bloeide in 1675 voor het eerst de Agave. Dit was een primeur in de Republiek.
Na het overlijden van Henricus Munting in 1658 werd hij opgevolgd door zijn zoon Abraham. Hij was al enige jaren de adjunct van zijn vader. Abraham publiceerde het boek Waare oeffening der planten. Hierin schreef hij veel over zijn eigen ervaringen met het kweken van planten. Toen Abraham in 1683 overleed, werd hij opgevolgd door zijn zoon Albert Munting.

18de eeuw
De eerste Hortulanus. Vanaf 1642 kreeg de familie Munting een kleine vergoeding voor de zorg van de tuin. Om de tuin goed te kunnen onderhouden, was de familie gedwongen geld te lenen.
In 1690 waren de schulden zo hoog opgelopen dat de schuldeisers aandrongen op verkoop. De Provincie kocht de tuin op 29 januari 1691 voor 3700 gulden. Sindsdien is de tuin overheidsbezit. Hoogleraren woonden in het huis in de Rozenstraat en moesten jarenlang zelf tuinwerk doen.
Lees meer

19de eeuw
Negentiende eeuw: uitbreiding collectie en nieuw laboratorium. De verzameling planten bleef veelzijdig. Zaden en planten werden uitgewisseld met andere botanische tuinen, vanaf 1856 werden ook zaadlijsten uitgegeven. Daarnaast werd niet vergeten planten te verzamelen in eigen provincie en de verdere omgeving.
In 1880 werd, na aankoop en afbraak van een belendend perceel, naast het Hortushuis een laboratorium voor pharmacie gebouwd.
Lees meer

20ste eeuw
De tuin verhuist. In de eerste jaren van de 20ste eeuw, komt men tot het besef dat een kassencomplex wenselijker is dan de nu nog verspreid staande kassen. Omdat de huidige plek niet voldoende ruimte biedt voor zo’n complex ging men uitkijken naar een ander terrein.
In 1917 wordt het landgoed De Wolf (circa 12 hectare) aan de rand van Haren aangekocht. Geldgebrek maakte de aanleg van een hortus in Haren in de beginjaren moeilijk. Vanaf 2012 staat de Hortus op eigen benen.
Lees meer
Wel werd in 1920 een tuin voor de genetica aangelegd. (Deze tuin bestaat inmiddels niet meer. Hier staat nu het voormalige gebouw van het Biologisch Centrum van de Rijksuniversiteit, het Centrum is inmiddels verhuisd naar het Zernike complex). Ook begon men toen op proefveldjes bomen en coniferen te kweken uit zaden.
Aan het eind van de twintiger jaren werd de inplant van het terrein aangepakt. Vanaf het begin was men uitgegaan van het idee een tuin te maken waar planten zich zoveel mogelijk zouden kunnen ontwikkelen in een voor hen natuurlijk milieu. Daarom werden gevarieerde terreinen gecreëerd zoals veentjes en een verschillend bodemreliëf. Bovendien werd rekening gehouden met de eisen van sporenplanten naast die van hogere planten.
De oorlog remde tussen 1940 en 1945 de werkzaamheden tijdelijk af. Daarna is in snel tempo Hortus De Wolf geworden wat deze nu is: eerst de wilde plantentuin, in 1966 kwam de grote tropische kas klaar en werd de plantencollectie uit de Rozenstraat naar Haren overgebracht, tenslotte volgden de rotstuin en de waterpartijen. Door aankopen van aangrenzende terreinen bereikte de tuin zijn huidige oppervlakte van 20 hectare.
In 1995 kreeg de Hortus een Chinese tuin. Het Verborgen Rijk van Ming werd op 12 april van dat jaar officieel geopend door Koningin Beatrix. In 1999 volgde de Tuinen van Ogham. In deze tuin staat het mythologische gedachtegoed van de Kelten centraal.